Gevarieerd programma voor de GGZ manager

In oktober jongstleden vond de PinkRoccade GGZ Informatiemiddag voor managers van de GGZ plaats bij Donkervoort automobielen in Lelystad. Doel van deze dag was kennis delen op het gebied van nieuwe wetgeving en subsidiëring, onderlinge samenwerking, privacy en security en hoe patiënten zelf de regie krijgen in hun Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO).

Wet Verplichte GGZ & VIPP GGZ
Jaap Schrieke (beleidsadviseur bij GGZ Nederland) presenteerde de hoofdlijnen van de Wet Verplichte GGZ en van het subsidieprogramma VIPP GGZ.
Wet Verplichte GGZ (Wvggz) – per  1 januari 2020 – is een initiatief van de ministeries van VWS en J&V en vervangt de Wet BOPZ (Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen). De nieuwe wet regelt de rechten van diegene die te maken hebben met verplichte zorg in de GGZ en richt zich meer op het voorkómen van verplichte zorg en het kiezen voor minder dwang.
Jaap maakte duidelijk “dat de patiënt meer centraal komt te staan tijdens de hele periode van verplichte zorg. Anders dan bij de huidige wet (BOPZ) biedt de Wvggz ook de mogelijkheid om de verplichte zorg beter op maat te geven.
Subsidieprogramma VIPP GGZ
Het subsidieprogramma VIPP GGZ (45 miljoen voor de GGZ-instellingen) gaat over het beter inzicht geven aan patiënten over hun gezondheid, eenduidigheid in verslaglegging, de uitwisseling van gegevens, het vergroten van de medicatieveiligheid en het stimuleren van eHealth. Met deze regeling wordt een bijdrage geleverd aan het vergroten van de eigen regie van de patiënt over zijn of haar zorgproces, het verkorten van de wachttijden en het reduceren van administratieve lasten. Ook wordt een impuls gegeven aan sector overstijgende samenwerkingen.

Meer informatie over de publicatie: publicatie VIPP GGZ in Staatscourant 29 oktober, nieuwsbrief publicatie VIPP GGZ, persbericht publicatie VIPP GGZ.

Privacyontwikkelingen in de zorg
De tweede spreker – over Privacyontwikkelingen in de zorg – was mr. Suzanne van Ooijen (jurist privacy en gezondheidsrecht bij Power of 4, expert op het gebied van privacy en informatieveiligheid in de gezondheidszorg). In haar presentatie kwamen vier onderwerpen aan bod: Wat je op dit moment op orde moet hebben voor de AVG, Zorgwetgeving en privacy, Kennisontwikkeling en Uitdagingen.
Suzanne: “Voor de AVG moet je nu op orde hebben: de functionaris gegevensbescherming, het privacybeleid en de privacyverklaringen. Evenals de behandeling van privacyrechten van patiënten, een register van verwerkingsactiviteiten en een Data Protection Impact Assessment (DPIA) voor de meest risicovolle verwerkingen. Verder zijn noodzakelijk: verwerkersovereenkomsten en een proces voor de afhandeling van datalekken.”

Wie zijn AVG-zaken nog niet op orde heeft is het advies gebruik te maken van de branche richtlijnen voor de GGZ. Ook is er kennis en hulp beschikbaar via de AVG-Helpdesk voor Zorg en Welzijn en via het NGFG, de Nederlandse beroepsvereniging van functionarissen voor gegevensbescherming.
Voor wie zijn AVG-zaken al wel op orde heeft blijven er nog voldoende uitdagingen over. Suzanne: “Een daarvan is het verbeteren van het bewustzijn bij medewerkers, bijvoorbeeld voor het herkennen van datalekken. Dan gaat het niet alleen om hacken of ransomware, maar juist ook om een telefoon, tablet of laptop die kwijt is. Of dat de invoer van gegevens fout is waardoor men patiëntinformatie naar een verkeerd adres stuurt.”

Gedeelde zorg vraagt gedeelde informatie
Ariënne Visser (ECD-manager bij GGZ-instelling Lister) lichtte het project toe waarbij de realisatie van gedeelde zorginformatie tussen hulpverleners van Lister en Altrecht in de gebiedsteams GGZ onderzocht wordt. Sinds begin 2018 werken beide instellingen samen. Belangrijke uitgangspunten in de gebiedsteams zijn dat de patiënt centraal staat en niet zijn of haar probleem en dat hij of zij de regie heeft, dat er coördinatie plaats vindt over de sectoren heen en dat er een goede dialoog is tussen de hulpverleners. Ariënne: “Zorginformatie delen is dan essentieel. Hiervoor is het projectteam ‘Informatie delen’ binnen de gebiedsteams ingesteld met als opdracht het onderzoeken van inhoudelijke en technische mogelijkheden voor het ontwerp van een oplossing waarmee de gebiedsteams informatie kunnen delen.”

Aan de inhoudelijke kant heeft de praktijk van de ambulante zorgverlening veel invloed gekregen op de voorgestelde oplossing. Hierbij zijn ook de patiënten betrokken in de vorm van een pilot. Bij de technische oriëntatie is overlegd met interne en externe experts en bestuurders. “Het projectteam onderzoekt nu de haalbaarheid van een app middels API. De zorginformatie komt dan via die app beschikbaar die mobiel gebruikt kan worden bij alle ambulante patiënten in de wijk.” Alle hulpverleners in de gebiedsteams kunnen hierop aanhaken. De app geeft vooral de benodigde informatie die direct te gebruiken is op locatie, zoals rapportages en het netwerk van de cliënt.

Persoonlijke Gezondheidsomgeving, ook in de GGZ
Na de rondleiding bij volgde de presentatie van Hans ter Brake (managing director bij Quli). Met Quli (afkorting van Quality of Life) kan iedereen zelf zijn medische zorggegevens verzamelen, beheren en delen en beschikt men zo over zijn Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO). Hans: “Kort samengevat is Quli een open social eHealth platform van de cliënt, patiënt en burger zelf. We zijn gestart door zorgorganisaties die geen ‘eigen portaal’ wilden bouwen. Als sociale onderneming is onze missie: impact maken in de zorg (maatschappij) door het bevorderen van autonomie, zelf- en samenredzaamheid. We werken samen met ruim 100 zorgorganisaties en er zijn meer dan 25.000 gebruikers.”

Een PGO is pas een PGO – zo vertelde Hans – als die voor iedereen is en het gaat om door zorgorganisaties én door de patiënt zelf vastgelegde gegevens. Kenmerkend is ook: koppeling met meerdere EPD’s, ECD’s en eHealth-systemen (van zorgorganisaties) en integratie met wearables en thuistechnologie. Daarnaast zijn binnen een PGO verschillende soorten functionaliteit en apps beschikbaar die worden aangeboden door zorgorganisaties of afkomstig zijn van door de patiënt zelf gekozen aanbieders. Tot slot ondersteunt een PGO een netwerk dat groter is dan één zorgorganisatie en beslist de patiënt zelf met wie welke gegevens wanneer worden gedeeld. Ook moet de omgeving veilig zijn en privacy ‘by design’ bieden (dus door de gebruiker zelf beheerd).

Samenvatting
De laatste spreker Daniel de Jager (productmanager bij PinkRoccade GGZ) maakte duidelijk dat ‘informatie delen’ en ‘samenwerken’ zonder meer de rode draad was die door alle presentaties van die middag heen liep.
Daniel bracht vervolgens in kaart hoe ‘informatie delen’ en ‘samenwerken’ zich verhouden tot de mogelijkheden van mijnQuarant en gaf aan dat veel randvoorwaardelijke zaken hiervoor al beschikbaar zijn in mijnQuarant of op de ontwikkelroadmap staan. Als voorbeelden noemde hij onder meer: de flexibele AGB-code, het hoofd- en onderaannemerschap, het berichtenverkeer Jeugd, de berekende productie (Jeugd) en de ontwikkeling van API’s en ZIB’s.
In relatie tot de informatieveiligheid van mijnQuarant ging Daniel nader in op de autorisaties, sturing & logging en op de AVG-dienstverlening die PinkRoccade GGZ haar klanten te bieden heeft.

Aan het eind van de bijeenkomst kon worden geconcludeerd dat ‘informatie delen’ en ‘samenwerken’ zonder meer de kernboodschappen van de middag waren en dat veel randvoorwaardelijke zaken hiervoor al beschikbaar zijn in mijnQuarant.

PinkRoccade GGZ bedankt alle sprekers en de GVPQ voor het maken van het verslag