Kent u de privacywet-criteria?

Op veel gebieden is de nieuwe privacywet duidelijk. Zo moet een organisatie helder zijn in haar communicatie over wat zij doet met de persoonlijke gegevens die zij verzameld en verwerkt. Bijvoorbeeld over hoe mensen een klacht in kunnen dienen, over de mogelijkheid om alle gegevens te laten verwijderen, over het melden van datalekken en het minimaliseren van gegevensverwerking. Het lastigste gedeelte van de wet is het anonimiseren van test-, opleidings- en onderzoeksgegevens. Want in deze gevallen mogen persoonlijke gegevens niet te herleiden zijn naar een ‘echt’ persoon.

Volgens de wet “verhindert een doeltreffende anonimiseersoplossing dat een persoon in een dataset wordt geïndividualiseerd, dat twee records in een dataset (of in twee afzonderlijke datasets) met elkaar in verband worden gebracht en dat uit die dataset informatie wordt afgeleid. In het algemeen is het verwijderen van direct identificerende gegevens op zich dus niet voldoende om zeker te stellen dat …” En zo gaat de tekst nog wel even door. Slaapt u al?  

De kernwoorden in de wetgeving zijn ‘in verband brengen’, ‘verwijderen is niet voldoende’, ‘omstandigheden’ en ‘doeleinden’. Niet echt verhelderend naar mijn idee.

Het bepalen of gegevens voldoende geanonimiseerd zijn, is veel common sense. Het enige handvat dat de wetgeving biedt, zijn de drie criteria van herleidbaarheid, koppelbaarheid en deduceerbaarheid. Voor een wetmatige beschrijving, zie de wet. Echt wijs wordt u hier waarschijnlijk niet van. Ik probeer de begrippen uit te leggen in gewoon Nederlands en aan de hand van een voorbeeld.

• Herleidbaarheid is de mogelijkheid om een persoon te individualiseren. Bijvoorbeeld: het is een man met drie kinderen (vrouw) en hij heet van Oranje-Nassau. Rara, wie is het?
• Koppelbaarheid is de mogelijkheid om records in verband te brengen met een persoon. Bijvoorbeeld: door de koppeling van een geanonimiseerd bestand met een basisbestand kan een mediabedrijf nog steeds gegevens combineren en daardoor het kijkgedrag van individuele tv-kijkers analyseren.
• Deduceerbaarheid is de mogelijkheid om persoonsgebonden informatie af te leiden. Bijvoorbeeld: ook voor het IMEI-nummer van een smartphone geldt de privacywet. Door de route die een bepaalde smartphone aflegt, kun je met dit nummer immers afleiden waar iemand woont en/of werkt en zo zijn identiteit afleiden.

Alle voorbeelden zijn behoorlijk vergezocht. Echter, de laatste twee zijn letterlijk afkomstig uit gerechtelijke uitspraken of correspondentie van de Autoriteit Persoonsgegevens. Het geeft dus aan hoe ver u moet denken om te bepalen of uw gegevensbescherming voldoet.

Om aan de criteria te voldoen, zijn er verschillende technieken. Elke techniek speelt op zijn eigen manier met de criteria. Hoe u weet welke techniek u het beste kunt gebruiken en of u deze techniek goed uitvoert? Dat is deels een wiskundige benadering. Wij helpen u daarmee graag.

Meer weten? Neem contact met ons op voor meer informatie.